Het is haar alter ego, ‘de Oergodin’ dat op zoek gaat naar verschillende ongure plekken in- en rondom de binnenstad van Nijmegen. Wellicht plekken waar bepaalde ‘mysteries’ omheen hangen, oude legenden worden opgerakeld, maar waar ook het ‘uitschot’ van Nijmegen zich bevindt. Een zoektocht naar ‘oude rotten’ die mooie en spannende verhalen te vertellen hebben. Verhalen die in staat zijn om een ‘parallelle wereld’ te openen, om zo een andere blik te werpen op deze plekken.
‘De volière’ in het Kronenburgpark, de afwerkplaats, de tunnelweg, obscure steegjes, onbeduidende bouwsels, leegstaande vervallen of slecht onderhouden panden, zullen daarom het startpunt vormen van deze zoektocht.
Zoals in vaker in het werk van Elfi werk zullen diverse mythes en legendes, archetypen, historische symbolen en betekenissen leidend zijn bij mijn onderzoek.
Zwervend door een apocalyptisch getroffen stad, probeert ze haar weg te banen. Zoekend naar bewijslast van een eerder bestaan, creëert ze haar eigen waarheid. Er ontstaat een nieuwe (beeld)taal, waarin bestaande symbolieken en betekenissen worden verweven met andere (on)waarheden. Door haar nomadisch bestaan, zal deze beeldtaal op de meest vreemde en onverwachte plekken opduiken in de binnenstad en verwijzen tevens naar het nieuwe en het nog ‘onwerkelijke leefgebied’. De overblijfselen, of een geheime voor ons onleesbare taal van de Oergodin zal te vinden zijn in Nijmegen. Weliswaar van een Oergodin die in de verre toekomst zal leven en terugkijkt op de tijd waarin wij ons vandaag de dag bevinden.